Op de speech heeft onze klas een toneel gedaan .
We hebben teksten gemaakt en die hebben we voorgelezen.
Eerst was er oorlog .
Er waren bange mensen en soldaten er was ook het Rode Kruis .
De soldaten schoten de bange mensen dood .
Het Rode Kruis brengt de gewonden naar het tentje .
De bange mensen vluchten naar een veilig land .
Ze zijn heel bang ze hebben honger en dorst.
Ze hebben enkel een rugzakje en een beetje geld .
Ze hebben alleen de kleren die ze aan hebben.
Ze staan in de rij voor papieren.
De politie zorgt dat vluchtelingen rustig blijven.
De vluchtelingen krijgen eten .
De vluchtelingen willen allemaal in de trein.
De treinduwers duwen de vluchtelingen in de trein.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten